Voor 8 - 16 personen
Vulling: 700 g gedroogd fruit (rozijnen, krenten, vijgen, pruimen zonder pit, abrikozen, appel) / 150 ml whisky en 100 ml port en evt. scheutje fruitlikeur /100 g stukjes sukade / sap en rasp van de schil van 1 flinke sinaasappel / kaneel, nootmuskaat, 3 kruidnagels, snuif zout
Beslag: 250 g zelfrijzend bakmeel / 200 g bruine basterdsuiker / 250 g roomboter / 5 eieren
Verhit in een pan het gedroogde fruit samen met de alcohol tot net onder het kookpunt. Zet de warmtebron uit en voeg specerijen, sinaasappelsap en rasp toe. Laat minstens een nacht bij kamertemperatuur wellen. Af en toe omroeren.
Maak de volgende dag in een grote kom het beslag door eerst de zachte boter klein te snijden en door de basterdsuiker te mengen en er vervolgens om en om een ei en een deel van het bakmeel er goed door te roeren tot een smeuïge beslag. Schep er de vulling en de sucadestukjes doorheen. Er moet nu een stroperige massa zijn ontstaan. Verdun eventueel met een paar eetlepels lauw water of drank. Stort het deeg in een met bakpapier beklede springvorm en zet die in een oven (130 – 140 graden). Haal na 2,5 uur de kersttaart uit de oven en dek ook de bovenkant goed af met bakpapier om te voorkomen dat die uitdroogt. Zet de vorm nog een uur terug in de oven. Af laten koelen en luchtdicht verpakken in huishoudfolie. Eventueel kan je de cake voeden met bijv. Grand Marnier door er elke week drank overheen te sprenkelen.
Laat minstens drie weken rijpen op een koele en droge plaats. Hoe langer hoe lekkerder, zeggen de Britten die vaak al zes weken voor Kerst een paar van deze puddings in de kelder hebben liggen.
Kijk voor meer recepten in het
forum!